Wormen humus:
De mest van wormen is een natuurlijke bodemverbeteraar. Het heeft een zeer hoog organisch gehalte en bevat een veelheid aan sporenelementen, enzymen, en mineralen. Met andere woorden alles wat een plant echt nodig heeft.
Maar er kunnen veel mineralen (bouwstenen) in de bodem aanwezig zijn, toch is dit niet voldoende. Planten kunnen deze mineralen niet zo goed opnemen. Daar is bodemleven voor nodig.
Bodemleven
Planten kunnen zeer gemakkelijk suikers produceren door de fotosynthese, maar hebben het veel moeilijker om de ruwe voedingsstoffen in de bodem op te nemen. Bij het bodemleven is dit net het omgekeerde. Het kan zeer moeilijk suikers produceren maar kan veel beter de voedingsstoffen uit de bodem opnemen.
Wat gebeurt er? Het bodemleven geeft de reeds door haar verteerde voedingsstoffen af aan de wortel van de plant en de plant geeft het bodemleven suiker. Dit zorgt ervoor dat de plant veel efficiënter haar energie benut en dit vertaalt zich dan ook in een snellere groei en een grotere en gezondere plant.
De beste levende humus om uw bodem te bemesten is wormenmest. Het speciale aan wormenmest zijn niet alleen de eigenschappen van de mest, maar ook de biologie. De mest van aardwormen bevat zeer veel bacteriën en schimmels (zoals Mycorrhiza en Trichoderma) en zorgt voor een explosie van bodemleven in de grond.
De groeiboost die planten krijgen na het toedienen van wormenmest, komt dus niet alleen van de samenstelling van de mest, maar vooral ook doordat het sterk toegenomen microleven, massaal voedsel in de bodem beschikbaar stelt aan de planten.
Wormenmest is de beste mest die er bestaat volgens Professor Clive A. Edwards:
Dr. Clive Edwards die in Engeland en de VS onderzoek deed naar wormencompost zei het volgende: “Wormenmest overtreft iedere commerciële meststof die ik ken. Ik denk dat de sleutelfactor hiervan de microbiologische activiteit is. Het onderzoek dat ik en anderen hebben gedaan toont aan dat de microbiologische activiteit in de wormenmest 10 tot 20 maal hoger is dan het organische materiaal dat de wormen eten.”